Bepaal eerst de lengtemaat
Met de lichaamslengte bepaal je de lengtemaat. Meet van kruin tot op de grond. Laat de persoon goed rechtop staan op blote voeten met de hiel tegen de muur. Geef de hoogte aan door een potlood of liniaal in horizontale richting op het hoofd naar de muur te houden. Meet de lengte.
Bepaal daarna de breedtemaat
Dit doe je aan de hand van de bovenwijdte. Meet over de onderkleding en houd het meetlint goed horizontaal. Meet de bovenwijdte over de borst. In de matentabel kun je opzoeken welke breedtemaat hierbij past.
Matentabel
Pasvorm
Op de bovenwijdte zit 8 cm overwijdte. Het jasje valt bijna recht naar beneden tot halverwege de heup. De wijdte op de heup is ongeveer gelijk aan de bovenwijdte plus 8. Bij heupen die groter zijn dan deze afmeting, moet voor een grotere maat gekozen worden of moet het patroon aangepast worden. Bij de taille gaat het jasje ietsje naar binnen, waardoor de wijdte op taillehoogte 2,5 à 3 cm kleiner is dan de bovenwijdte plus 8.